TopBodem blikt op bodemvocht, -structuur en -gezondheid

Een ideaal jaar om het voordeel van druppelirrigatie te bewijzen, was 2024 door het natte voorjaar niet. Het is zaak om aaltjes goed in de gaten te houden, want vocht en kou vinden ze – vooral trichodorusaaltjes – fijn. De bodemstructuur heeft ook extra aandacht nodig.

De TopBodem-partners – waaronder HLB – bezochten begin september met een groep boeren uit het Zuidwesten het bedrijf van de familie Van Dis in Achthuizen. Fertigatie in een veranderend klimaat was het thema, maar ook de actuele bodemsituatie bleef uiteraard niet onbesproken.

De zaaiuien van Van Dis lagen gerooid naast de boerderij, dus het teeltresultaat van dit eerste fertigatiejaar was goed te bekijken. De druppelirrigatie met toegevoegde meststoffen hebben in de latere rassen voor een plusje gezorgd, zegt Johan Aernoudse van Van Iperen. Voordeel van drip is dat het een soort infuus is. Seizoen 2024 was echter niet erg representatief, want van langdurige droogte was geen sprake.

Bodemstructuur van groot belang
In het perceel van Van Dis is de structuur juist van groot belang gebleken; in verdichte sporen is de opbrengst zo’n 10 ton lager. “Fertigatie verhoogt de opbrengst, maar zorg voor de bodem blijft heel belangrijk”, schrijft landbouwjournalist Jorg Tönjes, die het project TopBodem voor Agrio begeleidt, achteraf treffend.

En die bodem heeft flink wat te verduren gehad het afgelopen jaar. Het regende immers sinds de vorige oogst onophoudelijk tot in de vroege zomer van dit jaar. Dat betekent dat veel gewassen verre van ideaal zijn geplant en gezaaid. Wachten tot de grond bekwaam was, ging vaak niet. De gevolgen van die omstandigheden blijven lang zichtbaar, omdat er structuurschade is veroorzaakt. Dit kwam in het panelgesprek, dat na het veldbezoek plaats had in de schuur, aan de orde.

Groenbemester zorgt voor lucht
Een goede groenbemester kan helpen om de bodem te voorzien van lucht. Groenbemesters kunnen ook helpen in de strijd tegen aaltjes, maar dan moet het weer wel een beetje meezitten.

Door de langdurig natte omstandigheden hebben Trichodorus-aaltjes eigenlijk vrij spel gehad. “Vooral lichte gronden zijn gevoelig voor vrijlevende alen”, vertelt adviseur Luuk Heling van HLB. “Dat viel echt niet mee. Door het natte voorjaar en slechte begaanbaarheid van sommige percelen, hebben er op het laatste moment voor zaaien nog perceelswisselingen plaatsgevonden. Dat had als gevolg dat er soms gezaaid werd op percelen waarvan de aaltjespopulatie niet ideaal was voor de teelt van zaaiuien. Aan de andere kant: er kon dan in elk geval gezaaid worden. Dat ondermijnt wel je aaltjesstrategie.”

Verder viel bonenvlieg op, die veroorzaakte veel schade. En ritnaalden kwamen dit seizoen ook veel voor. Beide zijn behoorlijk ongrijpbare problemen.  Een goede rotatie zorgt echter wel voor een weerbare bodem, dat wordt deze middag maar weer eens benadrukt.

Welke is het beste?
“Welke groenbemester kan ik hier het beste zaaien?”, vraagt Van Dis het panel. Een diepwortelende bladrammenas zou een goede keuze zijn voor de bodemstructuur, blijkt uit de antwoorden. Maar Tagetes is ook het overwegen waard, zegt Heling: “Tagetes geeft niet alleen reductie van Pratylenchus penetrans en veel organische materiaal. Het gewas zorgt ook nog voor een soort stofje dat vrijkomt, we weten nog niet precies hoe dit zit, dat ervoor zorgt dat volggewas beter groeit. Dat leidt vervolgens tot hogere opbrengsten.”

Blik in de uien

Uienperceel naast de boerderij

Panelgesprek 

Opbrengst fertigatie zonder sturctuurschade

Opbrengst fertigatie met structuurschade