HLB: wekstoffen horen bij ICM en AM-beleid

Wekstoffen zijn onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van aardappelmoeheid. Dat stelt HLB-onderzoeker André Machado Bertran op basis van onderzoek naar deze materie. “Dit hoort bij ICM en AM-beleid.”

Het klinkt toch heel vernuftig: aaltjes uitlokken om uit de eitjes te komen op het moment dat er in het veld niks voor ze te halen valt. Precies dat probeert HLB momenteel met onderzoekpartners voor elkaar te krijgen. Deze tactiek wordt lure and starve genoemd; lokken en uithongeren. Het plan is om dat met wekstoffen te doen. Als die op grote schaal op een perceel worden toegepast op het moment dat er geen (waard)gewas aanwezig is, in de jaren voor of na de aardappelteelt, komen de eitjes tevergeefs uit en sterft de populatie.

Het is een nieuwe manier om schade van aardappelmoeheid (AM) veroorzakende nematoden (Globodera rostochiensis en Globodera pallida) te beheersen. Dit blijkt uit onderzoek waaraan André Machado Bertran – thans werkzaam bij HLB – heeft deelgenomen.

Afbeelding 1 – schema lokking met wekstoffen

Wekstoffen om honger te stillen
Aardappelplanten produceren wekstoffen om voeding te vergaren. Hoe minder voeding, stikstof is een belangrijk nutriënt dat is onderzocht, hoe meer wekstoffen de plant produceert. Bertran onderzocht samen met collega-onderzoekers van de WUR en de UvA niet alleen de invloed van stikstof op de wekstofproductie, maar ook het effect van bodemleven op wekstoffen.

“Deze bevindingen moeten worden opgenomen in Integrated Crop Management (ICM)”, stelt Bertran. “In Frankrijk begint dat nu te gebeuren. Via praktijkonderzoek wil ik het belang hiervan ook voor de Nederlandse sector aantonen.”

De onderzoeker noemt aaltjes een beetje gekscherend hackers van de plantcommunicatie met zijn omgeving. Aardappelcysten hebben zichzelf aangeleerd om specifieke signalen van de plant, zoals de signalen om te interacteren met het positieve bodemleven en om voeding te genereren uit de bodem, te herkennen. Op zo’n moment van ‘zwakte’ willen de aaltjes toeslaan.

Kennis over effect wekstoffen
Dit onderzoek heeft veel kennis opgeleverd over het effect van wekstoffen op aaltjespopulaties en daarmee ook op de beheersing van de plaag. Bertran: “Als we de kans krijgen om in Nederlandse omstandigheden in veldproeven de waarde van de toepassing van wekstoffen in de praktijk aan te tonen en te demonstreren, dan hebben we een goede strategie om voor te leggen aan het CTGB en andere beleidmakers.

Afbeelding 2 – Oogsten van wekstof

Omdat wortelexudaten – uitscheidingsproducten van plantenwortels – van nature worden gemaakt, kunnen ze binnen de Europese New Green Deal maatregelingen vallen. Dit is een snelkookpan voor nieuwe groene (of biologische) efficiënte bestrijdingsmiddelen.

Bij het afgeronde onderzoek, gefinancierd door Holland Innovative Potato (HIP), waren het Laboratorium voor Nematologie (WUR – Aska Goverse) en Plant Hormone Biology (UvA – Harro Bouwmeester en Lemeng Dong) het meest betroken. Ook is samengewerkt met de Plant Breeding van Wageningen UR.

Bertran raakte bij toeval betrokken bij het onderzoek, vertelt hij: “Tijdens mijn eerste postdoc bij de WUR deed ik veel proeven naar plantenvirussen om genenfuncties van planten te bestuderen. Dat was de brug naar dit onderzoek.”

Vertaling naar de praktijk
Of hij doorgaat met dit project staat voor Bertran vast. “Zeker weten! We hebben nog twee of drie papers om te publiceren over ons onderzoek met wekstoffen. Ik zie ook een rol voor HLB in de toekomst en in de vertaling van dit onderzoek naar de praktijk. Hopelijk kan ik, samen met mijn collega’s in Wijster, financiering vinden om dit verder te ontwikkelen in Nederland.”

Bertran ziet zich, samen met nematodenexpert Egbert Schepel, als beheerder van het onderzoek dat HLB al 30 jaar doet naar wekstoffen en aaltjes. “Ik wil graag dat we als bedrijf onderzoek blijven doen en samen met boeren praktische toepassingen van wekstoffen gaan testen. HLB is een kenniscentrum voor dit onderwerp en daar mogen we trots op zijn.”

Monsters voor bouwplanplanning
AM uit zich door het pleksgewijs achterblijven van de groei van het aardappelgewas. Bij een zware aantasting kan een valplek ontstaan; het gewas sterft dan vroegtijdig af.

AM toon je aan door representatieve grondmonsters uit de bouwvoor te nemen. Dat kan via HLB De Groene Vlieg, liefst zo snel mogelijk na de oogst van aardappelen. De cysten worden in onze laboratoria onderzocht en gedetermineerd. De teler krijgt een uitslag met de mate van besmetting. Dat vormt de basis voor de bouwplanplanning voor de komende jaren.